William Wordsworth - The Prelude (2)
Wordsworth zet zijn jeugdherinneringen op papier in een periode van zijn leven waarin alles tegen lijkt te zitten. Hij is dan negenentwintig jaar. Een baan heeft hij niet, hij wil zich helemaal wijden aan de poëzie, maar die brengt geen brood op de plank. Hij is zwaar teleurgesteld in de uitkomst van de Franse revolutie. Die heeft niet geleid tot vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar slechts tot massaal bloedvergieten. De aanvankelijke hoop dat de revolutie naar Engeland zal overslaan, is uitgelopen op een bittere teleurstelling. En dan verkeert ook nog eens zijn dichterschap in een impasse: het grote schrijfproject dat hij in zijn hoofd heeft, komt maar niet van de grond.
Gevangen in de sneeuw
Op het moment dat hij zijn eerste reeks spots of time op schrift stelt, verblijft hij met zijn zus Dorothy overzee. Ze reizen in oktober 1798 naar Duitsland om daar Duits te leren en in een universiteitsstad te studeren, maar stranden in het saaie provinciestadje Goslar. Daar wonen ze bijna vijf maanden op goedkope, slecht verwarmde kamers, in een winter die later de koudste bleek te zijn van de achttiende eeuw. Ze kunnen geen kant op vanwege de onbegaanbare wegen en nauwelijks naar buiten door de strenge vorst. Ze zien vrijwel niemand. Er zijn ook geen boeken voorhanden. In die treurigheid stort William zich helemaal op het schrijven. In januari 1799 produceert hij de ruim vierhonderd regels van wat het eerste boek zal worden van The Prelude. Centraal staan de herinneringen aan zijn vroegste jeugd. Het ophalen ervan is een lichtpunt en troost in die donkere en eenzame dagen. Zoals hij schrijft: er zijn in ons leven van die momenten die een buitengewone helende werking hebben, die bij conflict of nare gebeurtenissen, of als we in beslag worden genomen door onbenullige bezigheden en sociale verplichtingen, de geest voeden en onmerkbaar herstellen. Ze vrolijken ons op en brengen ons weer op de been.
There are in our existence spots of time,
Which with distinct preeminence retain
A renovating virtue, whence, depressed
By false opinion and contentious thought,
Or aught of heavier or more deadly weight,
In trivial occupations and the round
Of ordinary intercourse, our minds
Are nourished and invisibly repaired,
A virtue, by which pleasure is enhanced
That penetrates, enables us to mount
When high, more high, and lifts us up when fallen.
The Prelude, XI (1805), 257-267
Iedereen kent wel de positieve effecten van de herinnering aan momenten in zijn jeugd of daarna, die diepe indruk hebben gemaakt.
Such moments, worthy of all gratitude,
Are scattered everywhere, taking their date
From our first childhood: in our childhood even
Perhaps are most conspicuous. Life with me,
As far as memory can look back, is full
of this beneficient influence.
The Prelude, XI (1805), 277-279
Vreugde en angst
Achteraf, als hij zijn ervaringen op schrift stelt, spreekt Wordsworth over zijn vroege jeugd als een zorgeloze tijd waaruit hij later troost en inspiratie put. Maar de spots of time hadden een nog veel fundamenteler effect. Ze legden ook de kiem voor zijn persoonlijkheid en latere dichterschap. Daarbij sneed het mes wel aan twee kanten.
Fair seed-time had my soul, and I grew up
Fostered alike by beauty and by fear.
The Prelude, I (1805), 305-306
Het paradijs van zijn jonge jaren had dus een keerzijde. Sommige avonturen brachten niet alleen een ervaring van schoonheid en vreugde, maar ook van angst. Soms werd hem tijdens zijn nachtelijke strooptochten in de bergen de verleiding te sterk en stal hij een houtsnip uit andermans strikken. Dan bekroop hem het gevoel dat iets hem beloerde en achtervolgde.
I heard among the solitary hills
Low breathings coming after me, and sounds
Of undistinguishable motion, steps
Almost as silent as the turf they trod.
The Prelude, I (1805), 329-232
En dan was er ook de avond waarop hij stiekem een roeiboot 'stal' en op het stille maanverlichte meer ging spelevaren. Plotseling stak 'een enorme rotsmassa zijn kop op' tussen hem en de sterren. De berg kwam hem 'als een levend ding' achterna. De jongen wist niet hoe snel hij de boot 'met trillende spanen' weer terug moest roeien naar de plek onder de wilg waar hij hem gevonden had.
Meesterlicht van ons begrijpen
Het is precies dat gevoel van vreugde gemengd met angst waardoor de spots of time meer zijn dan alleen een bron van licht in perioden van duisternis. Ze zijn ook het 'meesterlicht van ons begrijpen', aldus Wordsworth. Ze bieden inzicht in de essentie van ons bestaan, omdat ze onze 'luidruchtige jaren' in het juiste perspectief zetten, namelijk dat van de eeuwige stilte die ons als een zee omspoelt.
those first affections,
Those shadowy recollections,
Which, be they what they may,
Are yet the fountain-light of all our day,
Are yet a master-light of all our seeing;
Uphold us, cherish, and have power to make
Our noisy years seem moments in the being
Of the Eternal Silence (...)
Ode of Immortality, 153-160 ►
foster | voeden, koesteren |
turf | veengrond |
Without Wordsworth's deep vision into 'the wonder and bloom of the world', the world, I know, would be inestimably poorer. |