Inhoud William Wordsworth

Zonder einde is de scheppingsdrift

Daar sprak Elia het volk als volgt toe: 'Hoe lang blijft ge nog op twee gedachten hinken? Als de Heer God is, volg hem dan; is Baäl het, volg dan hem.Maar het volk antwoordde niets.


1 Koningen 18:21

Spinozistisch? Absurd!


Tekenend voor de meerduidigheid van dit fragment is de kritiek die klonk na publicatie van The Excursion. Wordsworth kreeg het verwijt dat hij de natuur verafgoodde. Daar is geen sprake van, in het hele boek niet, tenzij ik me vergis, was de reactie van de dichter. En hij stelde ook nergens 'de Natuur gelijk aan God', zoals Spinoza dat had gedaan. Niettemin gaf hij toe dat het fragment in de ogen van velen iets 'spinozistisch' had, maar dat was 'absurd'. Hij vertrouwde erop dat de 'intelligente lezer' wel zou begrijpen dat deze regels een functie vervulden in de dialoog tussen de hoofdpersonen van The Excursion. Ze waren bedoeld om de solitary (de cynicus en ongelovige) te laten beseffen dat ook 'in de geest van hen die het atheïsme aanhangen' religieuze gevoelens leven.     

Van spinozisme (in die tijd synoniem met atheïstisme of pantheïsme) mocht men hem, aldus Wordsworth, niet verdenken. Maar ook niet van geloof in een God als Schepper. Hij was niet van mening dat 'Het Opperste Wezen in dezelfde relatie staat tot het Universum als een horlogemaker tot een horloge. Eigenlijk vind ik niets erger dan al dat voortdurende gepraat over het scheppen door God'.

Vaag godsbeeld
Al met al is Wordsworth's godsbeeld nogal wisselend en vaag. Echt kiezen doet hij niet. Ondanks zijn ontkenning maakt hij vaak geen verschil tussen God en Gods schepping - de natuur. Dan lijk hij dus impliciet het spinozistisch beginsel van Deus sive Nature (God = Natuur) te onderschrijven. Tegelijkertijd doet hij constant zijn best God en zijn werkingen wél van elkaar te onderscheiden. Dan onderkent hij God toch als schepper van het universum, dus als iets buiten de natuur. Je krijgt de indruk dat in hem constant twee verschillende intuïties wedijveren. Deze poëzie hinkt op twee gedachten, kun je zeggen. Wordsworth volgt noch God noch Baäl - of hij volgt alle twee, onverlet wat hij zelf beweert. Je kunt ook zeggen dat deze poëzie als een munt twee zijden heeft. En als één van de twee zijden je niet bekoort, keer je gewoon de andere boven.